Ik ben een sterrenkind

ik kom van boven noch beneden
het is mij om het even
of mensen lachen, boos zijn of huilen.

Ik ben onraakbaar
en ga waar ik wil
ik vlieg met vogels
kruip met slangen
spreek met de stenen
stuif met het zand
val met de regen
huil met de wind
want ik
ik ben een sterrenkind.

Ik woon in het hol van de leeuw
slaap in z'n bek
reis met een circus
en dans met de beer op het koord
ik loop over water
of zwem in de lucht
speel met de wolken
en teken ze op het behang
maak een web
net als de spin
ik glij langs
een straal van de zon
en schitter in de morgendauw
fluister met de wind
want ik
ik ben een sterrenkind.

Ik leef in het duister
toch ben ik licht
ik kan rennen zonder voeten
klappen zonder handen
schreeuwen zonder mond
ik ben heel groot
en neem toch geen ruimte in
maak stilte met muziek
vul leegte met niets
ik reis zonder te bewegen
en lach de dagen vol
ik verplaats de bergen
en verander de stromen
mijn vleugels zijn van wind
want ik
ik ben een sterrenkind.

Wie mij wil zien
kan kijken
door eigen, echte ogen
en reizen door de ruimte zonder tijd
wie mij wil horen
kan liggen
op het kruispunt van de wind
en smelten met de sneeuw
in zonnewarmte
wie een sterrenkind wil zijn
durft door bergen heen te vliegen
met de zon in zijn armen
en de maan in haar buik.

Ik heb het gevraagd aan de wind
die zegt
in ieder menselijk wezen
zit een sterrenkind.

Pippi Indyana Roos