In 't diepste van m'n innerlijk,
weet ik niet wie ik ben.
In 't diepste van m'n innerlijk,
weet ik niet wie ik ben.
In 't diepste van m'n innerlijk,
weet ik dat ik niet ken.
Dat ik niet weet, wie ik was,
wie ik ben, of misschien zal wezen.
Ik kan niet in 't verleden zien,
noch in de toekomst lezen.
Maar 't verleden is een schim,
die toch op mij blijft drukken.
Het is een lange weg,
waar 'k mij aan moet ontrukken.
En in 't diepste van m'n innerlijk,
ben ik nog steeds bevreesd.
Dat ik weer terug zal vallen,
tot wat ik ben geweest.
Daartegen is de strijd,
moet ik het zwaard omgorden.
Opdat de hoop niet sterft,
een beter mens te worden.
O, Heer die in en om ons zijt,
wil met mij zijn en geef mij tijd.
Om los te komen van 't verleden,
een beter mens te zijn in 't heden.
G. Figee
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter