De boeken van Milne over Winnie de Poeh lijken op het eerste gezicht kinderboeken en dat zijn ze ook, maar net als de meeste sprookjes bevatten ze een diepere laag vol wijsheden en levenslessen voor volwassenen. Voor de boeken van Milne geldt hetzelfde: het zijn kinderboeken en boeken voor volwassenen met een spirituele boodschap.
De wijsheid van Winnie de Poeh
Eerste eigenschap - bewust zijn in het Nu
Maar nu de vraag wat we van Winnie kunnen leren. Het eerste dat opvalt aan Winnie is dat hij eigenlijk vrij weinig doet. Hij is niet zo’n drukdoenerig beest als Konijn die altijd op weg is naar iets, maar daardoor nooit ergens echt is. Poeh is er wel, Poeh eet honing, doet een dutje, of maakt een wandeling met Knorretje, het aardvarkentje, of beleeft een Avontuur, maar wat hij ook doet, hij doet op dat moment niet ook nog iets anders. En dat is meteen het eerste dat wij van Winnie kunnen leren. Er compromisloos zijn, volledig bewust zijn in het Hier en Nu. Niet in gedachten ook bezig zijn met iets dat ergens in het verleden gebeurd is, of met iets dat in de toekomst nog moet gebeuren, maar met je hele bewustzijn zijn bij wat er op dat moment gebeurt. Je geest leegmaken en zo vol worden van wat er op dat moment is; 100% concentratie.
Zen-leerlingen doen verwoede pogingen om zover te komen en daardoor een hoger bewustzijnsniveau te bereiken. Zij proberen een leeg hoofd te krijgen door bijvoorbeeld een hele week stil te zitten en alleen maar te mediteren, maar Winnie doet dat zonder er moeite voor te doen en misschien is dat ook wel de enige manier om zover te komen. Er voor de volle 100% zijn, dat is dus het eerste dat wij van Winnie kunnen leren. Niet de krant lezen, tegelijkertijd ontbijten en je schoenen aantrekken, maar je concentreren op één enkele activiteit en dat – daardoor – goed doen. Het lijkt eenvoudig, maar het is moeilijker dan je op het eerste gezicht zou veronderstellen. Probeer maar eens vijf minuten stil te zitten en alleen maar je ademhalingen te tellen van 1 tot 10 en dan weer bij 1 beginnen. Grote kans dat je het niet voor elkaar krijgt om tot 10 te tellen en opeens ontdekt dat je al bij 12 bent, of constateert dat je gewoon vergeten bent om tot 10 te tellen en bij 6 bent blijven steken.
Tweede eigenschap - eenvoud
Een tweede eigenschap van Winnie is dat hij Poe is. Met Poe bedoelen we nu even niet de achternaam van Winnie, maar het Chinese karakter P’oe dat natuurlijk, eenvoudig, puur of eerlijk betekent. Winnie is in staat tot bijzondere dingen omdat hij een simpele ziel is. Met “een simpele ziel” bedoelen we in dit geval niet dat Winnie dom is, want dat is hij zeker niet. Simpel betekent in dit geval dat Winnie de dingen niet ingewikkelder maakt dan ze zijn. Winnie zal bijvoorbeeld nooit proberen om ronde dekseltjes op vierkante potjes te doen, of andersom. Konijn wel. Konijn probeert een slimme manier te vinden om ronde dekseltjes op vierkante potjes te doen en Uil probeert als wetenschapper uit te vinden waarom ronde dekseltjes op ronde potjes passen en niet op vierkante. Poeh niet, Poeh doet gewoon wat nodig is en niets meer of minder.
Zoiets gebeurde bijvoorbeeld op een dag dat Winnie en Konijn verdwaald waren in de mist. Konijn is knap, heeft hersens en neemt graag de leiding en dus stelt hij voor om systematisch te gaan zoeken naar de goede weg, zonder dat hij een idee heeft hoe je dat zou moeten doen. Konijn komt dus vaak met uitspraken die we ook wel gebakken-lucht-met-een-verlengsnoer noemen. Moeilijke woorden zonder inhoud. Als ze voor de derde keer langs dezelfde kuil komen bedenkt Poeh iets veel eenvoudigers; hij stelt voor om juist te gaan zoeken naar de kuil, zodat ze dan iets anders zouden vinden omdat ze dan vast ook weer zouden verdwalen en misschien vonden ze zo wel de juiste weg. En zo kwamen ze dus weer veilig thuis.
Dat is dus het tweede dat we van Poeh kunnen leren: eenvoud, simpelheid, natuurlijkheid, de dingen niet ingewikkelder maken dan ze zijn. Ook dat is iets wat Zen-leerlingen nastreven en wat Zenmeesters ons leren; de dingen op een natuurlijke manier doen, zonder te forceren, kracht niet bestrijden met kracht, maar de kracht overwinnen door mee te geven en afgaan op je intuïtie.
Derde eigenschap - doe meer met ongeveer
Een derde eigenschap van Winnie is dat hij niet geleerd doet. Winnie weet niet zoveel. Dat betekent hier dat Winnie niet allerlei weetjes en definities uit zijn hoofd kent. Uil wel. Uil is knap en weet bijvoorbeeld dat de eerste dag van de week Maandag heet, de tweede dag Tinsdag en dat daarna Derdag komt. En als hij dan vraagt aan Winnie wat voor dag het is, antwoordt Winnie vol overtuiging: “Vandaag, de beste dag van de week”.
Wij weten allemaal erg veel. Dat hebben we op school geleerd, maar daar leren we ook een heleboel dingen die onze blik op de werkelijkheid ernstig kunnen verstoren. Zo leren we bijvoorbeeld tellen op onze vingers. Eén vinger + twee vingers is drie vingers. Dat klinkt ons heel bekend in de oren en het lijkt heel logisch, maar het is onzin, want onze vingers zijn niet even lang. Het zijn geen identieke eenheden. Onze pink is bijvoorbeeld veel kleiner dan onze ringvinger en als je die twee optelt heb dus eigenlijk niet twee vingers, maar 1¾ , of 2¼ dat is maar net wat je als eenheid neemt, de pink of de ringvinger. En zo tellen we later, als we groot zijn, allerhande dingen bij elkaar op die in feite niet bij elkaar op te tellen zijn. Het tweede glas bier smaakt nooit zo goed als het eerste en je vrienden kun je ook niet bij elkaar optellen, omdat het totaal verschillende mensen zijn. Toch doen we dat, we maken van mensen die bij een organisatie werken FTE’s (full-time-eenheden). We reorganiseren de boel en bezuinigen zo 3 FTE’s en denken er niet meer bij na dat het Karel, Peter en Anneloes hun baan kwijt raken en werkloos thuis komen te zitten.
Winnie maakt die fout niet. Als hij bij het naderen van de winter gaat inventariseren hoeveel potten honing hij nog heeft, laat hij zich niet in de war brengen door Konijn die wel tot vijftig kan tellen. Konijn begint dan te tellen en komt tot de conclusie dat Poeh nog 24 potjes honing heeft. Poeh laat zich echter niet in de war brengen en zegt tegen Konijn dat er potjes bij zijn die hij gekregen heeft en waarvan hij helemaal niet weet hoe ze smaken. Die tellen dus niet voor 1, want misschien zijn ze wel vies en dan zijn ze 0, of misschien wel -1 als je er ziek van wordt. Er zijn ook verschillende soorten honing bij en de ene honing is veel lekkerder dan de andere en zo zijn er potjes die wel voor 3 tellen en er zijn ook potjes bij die Poeh niet zo lekker vindt en die Poeh alleen in noodgevallen opeet als er echt niets anders meer is. Bovendien zijn de potjes niet allemaal even groot, er zitten van die rare vierkante buitenlandse potjes bij en dus besluit Poeh om maar niet langer te proberen om de boel bij elkaar op te tellen. Hij pakt het anders aan. Hij komt tot de conclusie dat er ongeveer genoeg potjes zijn om de winter door te komen, maar voor alle zekerheid koopt hij er nog een paar bij, zodat hij in ieder geval genoeg heeft.
In de industrie hebben we te maken met ingewikkelde apparaten en het is moeilijk om dat soort complexe systemen goed te besturen. Wij westerlingen doen, of deden dat althans anders dan de Japanners. Wij proberen in ingewikkelde apparaten met allerlei metertjes de dingen tot drie cijfers achter de komma nauwkeurig te meten. Japanners doen dat niet. Ze proberen niet in 1 keer met 1 metertje nauwkeurig te bepalen wat er aan de hand is, maar meten op een paar plaatsen in het systeem ongeveer wat er aan de hand is en die metingen bij elkaar opgeteld geven meer informatie dan het betere en dus veel duurdere meetinstrument dat tot 3 cijfers achter de komma kan meten. In moeilijke woorden heet dat “fuzzy logics”. “Doe meer met ongeveer”, zou je in eenvoudig Nederlands kunnen zeggen. En dus ook wat dat betreft is Winnie een leermeester waar we veel van kunnen leren.
Vierde eigenschap - niet teveel denken aan
gisteren en morgen, toen en straks
Een vierde eigenschap van Winnie is, dat hij geen zeurpiet is. Iejoor, de ezel van het bos is dat wel. Als je tegen Iejoor zegt dat het mooi weer is, antwoordt Iejoor: “Ja, maar morgen gaat het weer regenen en gisteren regende het ook”.
Iejoor vindt zichzelf een arme, grijze, oude ezel en staat eenzaam, in gedachten verzonken in een vergeten hoekje van het woud. Nu eens denkt hij weemoedig “waarom?” en dan weer “hoezo?”, “in hoeverre?”, of “in welke mate?” en soms weet hij zelfs niet eens meer waar hij allemaal over denkt.
Als Poeh op bezoek komt en ontdekt dat Iejoor zijn staart verloren heeft zegt Iejoor: “Da’s nou net weer iets voor mij. De een of ander moet hem gestolen hebben.“ Iejoor veronderstelt dus vaak narigheid zonder dat hij daarvoor echte indicaties heeft.
Een Zen-anekdote maakt ook duidelijk dat de Iejoor-instelling ons heel erg chagrijnig kan maken:
Twee Zen-leerlingen liepen eens langs een modderige rivier. Plotseling zagen zij een mooi meisje staan dat naar de overkant probeerde te komen. De ene Zen-leerling aarzelde geen moment, waadde door de rivier en droeg het meisje naar de overkant.
Vervolgens liepen ze verder, maar de ene Zen-leerling begon vervolgens tegen de andere leerling te zeuren en te roepen dat Zen-leerlingen het lichamelijke contact met vrouwen moesten vermijden, hoe ze dat voorval in het klooster zouden moeten uitleggen, waarom hij dat precies gedaan had en nog veel meer.
De zen-leerling die het meisje naar de overkant had gedragen zei toen: “Zet haar neer mijn vriend. Ik heb dat meisje naar de overkant gedragen, maar jij draagt haar nog steeds.”
Vijfde eigenschap - zelfkennis
Een vijfde vermogen van Poeh is zelfkennis en ook wat dat betreft kunnen we veel leren van Winnie. Winnie kent zijn beperkingen en accepteert ze ook. Winnie weet dat hij niet kan vliegen en niet kan fluiten en hij probeert dat ook niet. Dat is ook helemaal niet erg als je geen vogel bent.
Teigetje is typisch een beest uit het bos van Winnie dat zijn kwaliteiten niet kent en zijn beperkingen niet accepteert. Teigetje denkt dat hij alles kan en zo komt hij dan ook vaak op de koffie.
Zoals bijvoorbeeld die keer dat Kanga en Teigetje door het bos liepen en Teigetje praatte over het vele dat Teigetjes allemaal kunnen. Hij zegt dan bijvoorbeeld tegen Kanga dat Teigetjes kunnen vliegen, dat ze kunnen zwemmen en dat ze beter in bomen kunnen klimmen dan Poeh. En hup daar ging Teigetje een hoge pijnboom in.
Als je omhoog klimt, moet je echter ook weten hoe je weer naar beneden komt en dat is een ander verhaal dan omhoog klimmen. Teigetje weet niet hoe hij weer uit de pijnboom moet komen en dus begint hij “help, help” te roepen. Gelukkig loopt Poeh dan toevallig die kant uit. Nou ja toevallig, wat is toeval. Poeh overkomt dat soort dingen eigenlijk altijd. Hij is vaak net op het juiste moment daar waar hij zijn moet, juist omdat hij niet zoveel moet.
Poeh arriveert samen met Janneman Robinson, ze waarschuwen de andere dieren en er wordt dan een vangzeil gemaakt en zo komt Teigetje dan weer uit de boom. Hij valt dan natuurlijk eerst boven op Iejoor de ezel, want die is vaak net op plaatsen waar hij beter niet had kunnen zijn. Zelfkennis dus: accepteren wie je bent en niet tegen de aard der dingen ingaan. Ook dat leert Winnie ons.
Zesde eigenschap - medeleven
Nu komen we bij een 6e eigenschap van Winnie en dat is medeleven. In het Chinees is dat Tz’oe, het karakter voor hart. Mededogen dus, want wie ging op zoek naar de staart van Iejoor toen Iejoor hem kwijt was en wie vond hem? Poeh dus en niet Konijn, want die had het veel te druk met op weg te zijn naar andere dieren om het verlies bekend te maken.
De geleerde Uil dan? Nee dus, Uil vond dat er een gratificatie moest worden uitgeloofd voor degene die de staart van Iejoor vond en dat er een communicatieplan geschreven moest worden waarin stond op welke plekken in het bos dat hoe bekend gemaakt moest worden. Toen Winnie echter bij Uil op bezoek kwam zag hij dat het nieuwe schellekoord van Uil wel heel erg veel leek op de staart van Iejoor en zo bezorgde hij Iejoor zijn staart terug. Mededogen dus. Je in een ander kunnen verplaatsen en de wereld vanuit zijn schoenen kunnen bekijken. Ook dat is een eigenschap die we ons eigen moeten maken.
Zevende eigenschap - tevreden zijn met wat er is
Een zevende vermogen dat Winnie heeft, is gewoon tevreden zijn met wat er is en wat je bent. Winnie hoeft niet zoveel. Hij is volstrekt tevreden met een hapje van het een of ander, een wandelingetje door het bos, een dutje doen of een praatje maken met een van zijn vriendjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter