Als we een relatie met iemand aangaan vanuit de verwachting dat de ander ons gelukkig zal maken of dat wij in staat zullen zijn die ander gelukkig te maken, komen we zeker bedrogen uit. Dat kan die ander niet, en dat kan ook niet de bedoeling zijn. Een relatie met een ander mens, hoewel we ook van elkaar houden, is er niet om ons gelukkig te maken, maar is een oefenschool waarin we kunnen leren wat liefde is.

Dat betekent in de eerste plaats dat we daarin, meestal niet zonder pijn, kunnen afleren dat liefde te verenigen zou zijn met bezitten, met ruilhandel of met je zelf wegcijferen. Maar in die oefenschool hoeven we niet enkel af te leren. We mogen ook bijleren, of misschien is het beter te zeggen: ons te herinneren wat we ten diepste altijd al wisten. We kunnen er leren te zien dat de ander een spiegel is waarin we het gezicht van hetzelfde mysterie vinden dat ook in onszelf woont. We kunnen er leren eerbied en respect te hebben voor de unieke en eigen wijze waarop dat mysterie zich in de anderen en in onszelf een vorm zoekt. Alleen op het niveau van die herkenning kunnen we in een relatie tot een eenheidservaring komen, tot een "goddelijke"ervaring van liefde. Liefde vraagt van ons dat we ons oefenen om stevig op onze eigen benen te staan en ons ontworstelen aan allerlei vormen van psychisch en emotioneel leunen op de ander.
In "De profeet" schetst Kahlil Gibran op poëtische wijze wat dit "op jezelf staan" betekent voor een huwelijk of welke andere partnerrelatie dan ook":
"Zingt en danst tezamen en weest blij, maar bent ieder alleen, zoals de snaren van een luit op zichzelf zijn, al doortrilt hen dezelfde muziek. Geef je harten, maar geef ze niet aan elkander in bewaring. Want alleen de hand des levens kan je harten bevatten. En staat tezamen, maar niet te dicht bijeen:
want de zuilen van de tempel staan ieder op zichzelf, en de eik en de cyprus groeien niet in elkanders schaduw."
Juist in deze wezensherkenning die gebaseerd is op het behoud van de eigenheid en zelfstandigheid bereikt de liefde haar hoogste top. Ze transformeert "liefhebben" in "liefde zijn". Zo kunnen we, onthecht aan elke vorm van macht of manipulatie, de ander bijstaan in zijn of haar pogingen tot bloei te komen als wie hij of zij is. Zo kunnen we de ander bevestigen en respecteren als een uniek persoon die hij of zij is: een doel op zichzelf.
Uit het boekje van In liefde leven van Hein Stufkens

Dat betekent in de eerste plaats dat we daarin, meestal niet zonder pijn, kunnen afleren dat liefde te verenigen zou zijn met bezitten, met ruilhandel of met je zelf wegcijferen. Maar in die oefenschool hoeven we niet enkel af te leren. We mogen ook bijleren, of misschien is het beter te zeggen: ons te herinneren wat we ten diepste altijd al wisten. We kunnen er leren te zien dat de ander een spiegel is waarin we het gezicht van hetzelfde mysterie vinden dat ook in onszelf woont. We kunnen er leren eerbied en respect te hebben voor de unieke en eigen wijze waarop dat mysterie zich in de anderen en in onszelf een vorm zoekt. Alleen op het niveau van die herkenning kunnen we in een relatie tot een eenheidservaring komen, tot een "goddelijke"ervaring van liefde. Liefde vraagt van ons dat we ons oefenen om stevig op onze eigen benen te staan en ons ontworstelen aan allerlei vormen van psychisch en emotioneel leunen op de ander.
In "De profeet" schetst Kahlil Gibran op poëtische wijze wat dit "op jezelf staan" betekent voor een huwelijk of welke andere partnerrelatie dan ook":
"Zingt en danst tezamen en weest blij, maar bent ieder alleen, zoals de snaren van een luit op zichzelf zijn, al doortrilt hen dezelfde muziek. Geef je harten, maar geef ze niet aan elkander in bewaring. Want alleen de hand des levens kan je harten bevatten. En staat tezamen, maar niet te dicht bijeen:
want de zuilen van de tempel staan ieder op zichzelf, en de eik en de cyprus groeien niet in elkanders schaduw."
Juist in deze wezensherkenning die gebaseerd is op het behoud van de eigenheid en zelfstandigheid bereikt de liefde haar hoogste top. Ze transformeert "liefhebben" in "liefde zijn". Zo kunnen we, onthecht aan elke vorm van macht of manipulatie, de ander bijstaan in zijn of haar pogingen tot bloei te komen als wie hij of zij is. Zo kunnen we de ander bevestigen en respecteren als een uniek persoon die hij of zij is: een doel op zichzelf.
Uit het boekje van In liefde leven van Hein Stufkens
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter