Twee eenzame zielen
Bewandelde hetzelfde pad
Hadden allebei
Hun portie ellende gehad.
Zagen door de duisternis
Het licht niet meer
Hadden geen hoop
Voor nog een ommekeer.
Maar toen
Door een speling van het lot
Kruisten plotseling hun wegen
En een klein straaltje zon
Baande zich een weg door de regen.
Moeizaam ontstond er een band
En de eerste sporen van vriendschap
Werd voorzichtig gepland.
Muren van steen
Zorgvuldig gebouwd
Verdwenen beetje bij beetje
Tot een wederzijds respect
Werd toevertrouwd.
Enkele jaren verstreken
en van het pad van duisternis
werd afgeweken
nooit meer naar omgekeken
want twee eenzame zielen
hadden het licht weer gevonden
in elkaar.
Vriendschap en vertrouwen
dat niet meer werd geschonden
nog steeds waren er diepe wonden
en deden met tijd nog steeds een beetje zeer
alleen was de pijn nu dragelijker
veel dragelijker dan weleer.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter