Zo begint de eeuwigheid …
Daar is geen land meer en geen zee,
geen uren en geen dagen.
Daar is geen vrouw meer, geen man,
geen rijkdom en geen stand.
Daar is geen klank meer, geen lied van onze aarde,
geen boodschap, geen nieuws
of geen mengelmoes van talen …
Daar is geen wanhoop meer, geen pijn, geen verdriet,
daar … is de mens ontdaan van alle aardse dingen,
van wat hij meedroeg op zijn weg
aan pijn en aan ontgoocheling.
Daar is hij eindelijk bevrijd van elke schijn en elke buitenkant.
Daar is hij weer zoals hij was in Gods gedachten:
een kind van Hem, niets meer.
De hemel is geen land, geen zee: God is een Haven.
Want elke drang in ons, elk verlangen, elke hunkering
komt daar tot rust en wordt opgenomen in Gods tederheid.
De hemel zou geen hemel zijn
als wij reeds wisten ‘wat en hoe’ hij is.
De hemel is wat huiver en wat hoop
voor elke kleine mens die in het duister van de dood
verdwijnt maar plots herleeft, her-ademt,
omdat Hij er is, naar wie hij altijd heeft gezocht.
Nu zijn we nog op weg en tasten in de mist,
we kunnen enkel in de nacht een licht ontsteken,
een stukje liefde weven in die korte tijd die ons gegeven is,
en … daar begint de eeuwigheid.
Daar is geen land meer en geen zee,
geen uren en geen dagen.
Daar is geen vrouw meer, geen man,
geen rijkdom en geen stand.
Daar is geen klank meer, geen lied van onze aarde,
geen boodschap, geen nieuws
of geen mengelmoes van talen …
Daar is geen wanhoop meer, geen pijn, geen verdriet,
daar … is de mens ontdaan van alle aardse dingen,
van wat hij meedroeg op zijn weg
aan pijn en aan ontgoocheling.
Daar is hij eindelijk bevrijd van elke schijn en elke buitenkant.
Daar is hij weer zoals hij was in Gods gedachten:
een kind van Hem, niets meer.
De hemel is geen land, geen zee: God is een Haven.
Want elke drang in ons, elk verlangen, elke hunkering
komt daar tot rust en wordt opgenomen in Gods tederheid.
De hemel zou geen hemel zijn
als wij reeds wisten ‘wat en hoe’ hij is.
De hemel is wat huiver en wat hoop
voor elke kleine mens die in het duister van de dood
verdwijnt maar plots herleeft, her-ademt,
omdat Hij er is, naar wie hij altijd heeft gezocht.
Nu zijn we nog op weg en tasten in de mist,
we kunnen enkel in de nacht een licht ontsteken,
een stukje liefde weven in die korte tijd die ons gegeven is,
en … daar begint de eeuwigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter