woensdag 21 maart 2012

Liefde als een vraag


Eerst moeten we ons afvragen of 'wat is liefde?' wel een vraag is die kan worden beantwoord. Liefde kan geen vraag zijn, want als het een vraag is, zou er een antwoord moeten zijn. Als er een antwoord is, waar is dat dan? Deze vraag is zo oud als de wereld, dan zou er zo langzamerhand toch een antwoord moeten zijn! Als het antwoord gevonden is, moet de vraag zijn verdwenen. Maar de vraag is er nog en dat betekent dat het antwoord niet gevonden is. Als het tot nu toe niet gevonden is, hoe kunnen we er dan zeker van zijn dat het ooit gevonden zal worden? Misschien kan de geest  het antwoord nooit vinden! Daarenboven is één antwoord dat iedereen bevalt onmogelijk, omdat ieders geest zijn/haar eigen opvattingen heeft over liefde. Vandaar dat een Universeel antwoord een illusie is. Individuele antwoorden over liefde zijn er wel en daarom zijn er allerlei ruzies over liefde, want iedereen spreekt elkaar tegen. Die tegenspraak is normaal, want ieders denken leeft in een ander moment in de tijd. Vandaar dat de vraag 'wat is liefde' een illusoire vraag is die geen antwoord heeft.

Liefde als begrip

Over liefde is kennis onmogelijk. Alles wat door de geest gekend wordt, is niet meer dan een begrip. Liefde kan geen begrip zijn, want begrippen betekenen voor iedereen iets anders en liefde is niet zo beperkt dat ze voor iedereen iets anders is. Liefde is geen concept noch een opvatting. Liefde is evenmin iets wat met woorden kan worden overgebracht. Woorden kunnen niet overbrengen wat je werkelijk wilt zeggen. Als het denken ingeschakeld wordt om antwoord te geven op de vraag 'wat is liefde', komt het aan met geconditioneerde begrippen over liefde. Die begrippen beschouwen liefde als hoe liefde zou moeten zijn! 'Zou' betekent toe komst. Die toe komst komt nooit en dus worden de begrippen over liefde nooit werkelijkheid. Dat roept diepe angst op bij geliefden. De begrippen nemen de vorm aan van een verwachting, een eis, een manipulatie. Elk ego probeert alleen maar de ander te domineren. Omdat beider begrippen niet identiek zijn, nemen ruzies en kwaadheid de plaats in van liefde.

Liefde wordt dan een intermezzo tussen twee ruzies. Dit intermezzo wordt door het denken liefde genoemd en zelfs dit is geen liefde. Want voor de resterende tijd, tussen twee ruzies in – wat het denken liefde noemt – is liefde in feite een rustperiode voordat de volgende ruzie oplaait om de ideeën over liefde te verdedigen. Elke veronderstelling en ieder begrip over liefde is niet meer dan een onderhandelingsstrategie. Vandaar dat geen enkel begrip liefde kan zijn.

Ego en liefde

Het is het ego dat de vraag stelt wat liefde is. Ten eerste is het wijs om te onthouden dat het ego onecht is en dus is de vraag ook onecht.

Ten tweede zullen de antwoorden die het ego zichzelf en anderen geeft evenmin echt zijn. Die onechtheid wordt door het ego als waar aangenomen. Iets onechts kan niet in leven zijn. Daarom is het moeilijk om in het leven liefde te vinden. Als het ego zegt: 'Ik hou van jou' betekent dat alleen maar 'ik heb liefde nodig', en dat is overheersing, een vorm van mentale slavernij. Door afhankelijkheid en behoefte aan zekerheid komt de ander tegemoet aan de behoeften en dominerende eisen van het overheersende ego. Het overheersende ego denkt dat het hier om liefde gaat, maar in feite is het alleen maar tolerantie die zich voordoet als liefde. Zolang er ego in het spel is, kan er geen sprake zijn van liefde. Want het ego is altijd in het verleden of in de toekomst en liefde is altijd in het tijdloze Nu.

When two lovers love
They love the two of them
They love the one of them
In the space between.

Yates

Er is liefde zodra het ego is opgegaan in de geliefde. Alleen de ander blijft en het ego is afwezig. Dan bloeit liefde tot zo'n hoogte dat de ander verdwijnt en er twee afwezig zullen zijn en er slechts één over blijft. Naamloos en vormloos. Dat zijnde is liefde.

Liefde: een illusie

Als de wereld een illusie is – en dat is zo – maken ook de gedachten deel uit van die illusie. Probeer te begrijpen waarom de woorden 'ik hou van jou' illusie zijn. Als het ego zegt: 'Ik hou van jou' probeert het de ander ervan te overtuigen dat het de ander liefheeft. Als je maar lang genoeg de woorden 'ik hou van ...' herhaalt, ontstaat de overtuiging dat hij of zij werkelijk van die ander houdt. Als er werkelijk liefde aanwezig is, waarom zou er dan nog behoefte zijn om te zeggen 'ik hou van jou'? Het is niet nodig om te zeggen: 'Ik hou van jou' of te discussiëren of te praten over liefde. Er valt alleen over iets te praten wat er niet is. Wat aanwezig is, is duidelijk door de aanwezigheid zelf en daar hoeft dus niet over gesproken te worden. Als er liefde is, is er liefde, Hier, Nu, springlevend. Maar omdat liefde afwezig is, moet het ego zeggen: 'Ik hou van jou'. Deze afwezigheid van liefde wordt beschouwd alsof Liefde aanwezig is. Wat feitelijk aanwezig is, is de aanwezigheid van tolerantie van de ander dankzij afhankelijkheid en behoefte aan veiligheid. Dát is de illusie: denken dat liefde aanwezig is louter door te zeggen: 'Ik hou van jou'. De woorden Ik-Hou-Van-Jou scheppen de overtuiging dat er liefde is. Die overtuiging roept de angst op dat liefde zou kunnen verdwijnen. Vandaar dat herhaling vereist is, zodat het ego zich getroost voelt door de aanwezigheid van liefde.

De menselijke geest heeft de gewoonte de ander te veranderen in een gebruiksvoorwerp. Dat komt omdat onze geest, door middel van de zintuigen, alles in het leven herkent als iets dat geobjectiveerd kan worden. Dat mechanisme zorgt ervoor dat de geest liefde verandert in een object dat gebruikt kan worden. Vandaar dat in het leven de echtgenoot, via het denken, zijn vrouw 'verandert' in een gebruiksvoorwerp.

En de vrouw doet hetzelfde – zij verandert, via het denken, haar man in een voorwerp dat ze als haar bezit beschouwt. Dit is geen liefde. Het denken vertelt ons ook wat liefde zou moeten zijn! 'Zou' betekent in de toekomst. 'Zou' verwijst altijd naar de toekomst. De toekomst is niet-bestaand en dus zal er geen liefde bestaan zodra je zegt hoe liefde zou moeten zijn!

Dus je vraag 'wat is liefde?' kan niet beantwoord worden. Als iemand de vraag wat liefde is beantwoordt, weet dan dat het geen liefde kan zijn! Liefde is je diepste wezen zelf en geen geestestoestand. Dus is het correcter om te vragen: 'Wat is liefde niet?'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat een reactie achter