Gesprek met God

Er was eens een man die een gesprek had met God. Die man had reeds van alles meegemaakt in zijn leven; dieptepunten en hoogtepunten. Gezocht had hij naar waarheid, naar God en naar zichzelf ... Tenslotte vond hij iets in zichzelf dat hij 'van God' wilde noemen, maar dat hem zelf ook zeer eigen was. Hierdoor kon hij een gesprek met God hebben.

"O God", sprak hij, "Ik ben zo klein, zo nietig, wat kan ik nu eigenlijk beginnen tegen de machten van het kwaad en het geweld in de wereld. Niets, helemaal niets ben ik in de ogen der wereld".

Toen zei God tot die man iets wat je helemaal niet zou verwachten. God zei: "Ik ook niet!"

De man stamelde: "U ook niet?"

God antwoordde: "Hebben de mensen niet een voorstelling van Mij gemaakt naar hun eigen beeld en idee? Een beeld bekleed met oppermacht, die alles zou moeten kunnen: oorlogen bedwingen, rampen en leed voorkomen. Rampen en oorlogen die de mensen zelf veroorzaken in hun zucht naar bezit en macht?!"

Na een moment van stilte sprak God verder: "Wanneer ik aan zulk een beeld zou voldoen dan zou ik net zo'n machtswellusteling moeten zijn als de 'machthebbers'der aarde. Daarom, wat kunnen al die machten en overweldigers beginnen tegen 'Niets'? ... Juist: niets dus! Voel je nu hoe heerlijk het is om 'niets' (niet-iets) te zijn, en toch te Zijn!?

Toen de man dit begreep en voelde en beleefde, was hij innerlijk bevrijd van zijn gevoelens van onmacht en onzekerheid. Men noemt het in sommige kringen ook wel 'verlicht'. Iets wat men niet grijpen kan, noch be-grijpen kan met het denken, is als 'niets' in de ogen der wereld ..., en O wonder het is er toch! Wie het vatten wil, of er macht over wil krijgen slaat een slag in de lucht. Dat maakte de 'machtigen der wereld'; de kerk en de heersers, door de eeuwen heen zo woedend: ze konden er geen greep op krijgen. En dus veroordeelden en moordden ze degenen uit, de 'ketters', die daarin geloofden en ervan getuigden; want ze wisten niet wat ze er mee aan moesten en vreesden hun macht te verliezen, de macht die ze nodig hadden om de 'massa' klein en dom te houden ..., de 'macht' van de angst.