De boogschutter vindt het niet erg als zijn pijlen doel missen, want hij zal zijn houding, zijn boog, de pees en het doel pas goed kunnen
taxeren, nadat hij zijn handelingen duizenden keren heeft herhaald, zonder angst
om te missen.
Waarna het ogenblik komt dat hij niet meer hoeft na te denken bij wat hij doet. Vanaf dat moment is de boogschutter één met zijn boog, zijn pijl
en zijn doelwit.
De pijl is de intentie die in de ruimte geprojecteerd
wordt. Als hij geschoten heeft, kan de boogschutter niets meer doen dan
de vlucht van de pijl in de richting van de roos volgen. De spanning handhaven,
die vereist was voor het schot, dat is niet langer
nodig.
Dus volgt de schutter de pijl met zijn ogen, zijn hart rust uit,
een glimlach verschijnt op zijn gezicht. Op dat moment zal hij – als hij genoeg heeft getraind, als hij zijn intuïtie heeft kunnen ontwikkelen, als hij tijdens het hele proces van het schieten zijn elegantie en zijn concentratie heeft kunnen behouden – de
aanwezigheid van het Universum ervaren en zal hij zien dat zijn actie juist was
en lonend.
Zijn techniek zorgt ervoor dat zijn handen klaar zijn voor het
schot, dat zijn ademhaling nauwkeurig getimed is, dat zijn ogen de roos kunnen
zien. De intuïtie zorgt ervoor dat het moment van het schot perfect
is.
Wie de boogschutter ziet staan, met gespreide armen en een blik
die de pijl vergezelt, zal denken dat er niets meer in hem gebeurt en het werk
is gedaan. Maar zoals zijn zielsverwanten weten is de geest van iemand die net
geschoten heeft een andere dimensie binnengegaan en staat hij nu in contact met
het gehele Universum: hij is nog steeds aan het werk, neemt alles wat dit schot
aan positiefs bracht in zich op, corrigeert mogelijke fouten, verheugt zich over
wat hij al heeft geleerd, wacht om te zien hoe het doel reageert als het wordt
geraakt.
Als de boogschutter de pees naar achteren trekt, kan hij binnen
zijn boog de hele wereld zien. Wanneer hij de vlucht van de pijl volgt, komt de
wereld naar hem toe, streelt hem, en geeft hem het volmaakte gevoel dat de taak
is volbracht.
Heeft een strijder van het licht eenmaal zijn taak volbracht en zijn intentie in daden omgezet, dan heeft hij verder niets meer te vrezen: hij
heeft gedaan wat hij doen moest; hij heeft zich niet door angst laten verlammen
– ook al treft de pijl geen doel, de strijder zal een nieuwe kans krijgen, omdat
hij niet laf is geweest.
Paulo Coelho
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter