zondag 18 juli 2021

Vechten, vluchten, bevriezen




De meeste mensen hebben inmiddels wel gehoord over vechten, vluchten en bevriezen, de drie mechanismen waarmee we op extreme stress of levensbedreiging reageren. Wat veel mensen niet beseffen is dat deze overlevingsmechanismen buiten onze bewuste controle om aangestuurd worden en dat is maar goed ook. Stel je maar eens voor dat er een tijger achter je aan zou komen, je zou kostbare tijd verspillen in je (veel te rationele) afweging of je nu links- of rechtsaf moet rennen. Die beslissing wordt ons uit handen genomen door Moeder Natuur.

Veel mensen die een levensbedreigende situatie hebben meegemaakt ‘weten’ dit: je herinnert je niet dat er een beslissing werd genomen, alleen dat je in actie kwam, óf niet. Dat er vechten, vluchten of bevriezen was.
Jong geleerd…

Wanneer mensen welk overlevingsmechanisme inzetten, is afhankelijk van de ernst van situatie en van eerdere ervaringen. Bij iemand die van jongs af aan heeft geleerd om problemen op te lossen met vechten, is het vechtpatroon goed ontwikkeld. Zo kan ook vluchten iets zijn dat al jong ingetraind is, meestal doordat je hebt ervaren dat vechten niet hielp.

Als vechten en vluchten beide geen optie (meer) zijn, als de situatie té overweldigend is voor het organisme, heeft Moeder Natuur nog één troefkaart achter de hand: bevriezing.

Bevriezen

Bevriezing is een natuurlijk overlevingsmechanisme, dat buiten onze bewuste wilskracht ingezet wordt bij extreem overweldigende situaties. Het is een heel primitief mechanisme, dat bij heel veel diersoorten voorhanden is. Niet alleen bij mensen en andere zoogdieren, maar bijv. ook bij reptielen.
Wanneer een gazelle op de savanne gegrepen wordt door een jachtluipaard, gaat het licht bij de gazelle uit. Vluchten is mislukt, er rest nu alleen nog de bevriezing.

Hierbij kan het lichaam niet meer bewegen en het bewustzijn komt in een zogenaamd dissociatieve staat. Dit betekent dat de gazelle amper meer meekrijgt dat zijn einde nabij is. Eigenlijk een heel fijne respons van de natuur, om een gewelddadig einde niet meer bij vol bewustzijn mee te hoeven maken.

David Livingstone


Naast wetenschappelijk onderzoek zijn er ook verhalen van overlevenden die bovenstaande illustreren. Een verhaal dat van de Engelse ontdekkingsreiziger David Livingstone die in 1844 in Afrika door een leeuw werd aangevallen. Doordat zijn medereizigers de aandacht van de leeuw konden afleiden heeft hij het overleefd.

Livingstone beschreef deze angstige momenten later. Hij vertelt dat hij het hele gebeuren als het ware vanaf een afstandje meemaakte, alsof zijn geest de verbinding met het lichaam had verbroken (dis-sociatie = niet verbonden zijn, in tegenstelling tot associatie, dat verbinding betekent). Hij schrijft dat hij merkte dat de leeuw hem in zijn schouder beet, maar op dat moment geen pijn voelde.

Zo zijn er heel veel verhalen van mensen die afschuwelijke gebeurtenissen hebben overleefd en daarbij niet helemaal (en soms helemaal niet) aanwezig waren. Dissociatie is een zeer nuttig, functioneel én merkwaardig mechanisme.

Terug naar de mens

Het bevriezingsmechanisme treedt ook op bij mensen. Bij een verkrachting kan bij het slachtoffer het licht uit gaan, zij kan dissociëren van haar lichaam. De situatie is immers letterlijk levensbedreigend en het is op dat moment feitelijk onzeker of ze het zal overleven.


Al deze theoretische bespiegelingen zijn misschien interessant, voor overlevenden van rampen, oorlogsgeweld, ongevallen, mishandeling of verkrachting zijn er meer implicaties dan voor de gazelle op de savanne. Wij zijn mensen en geen gazelles. Mensen hebben een ander brein dan gazelles. Wij hebben een zogenaamde prefrontale cortex, een deel van onze hersenen dat voor (frontaal) in onze schedel ligt (boven onze ogen) en waar de zogenaamd hogere cognitieve en emotionele functies geregeld worden.

Dan hebben we het over typisch menselijke vaardigheden zoals plannen maken, overdenken, analyseren en impulscontrole. Daarbij heeft de prefrontale cortex sterke verbindingen met emotie regulatiegebieden en schaamte.

Voor- en nadelen van schaamte

Schaamte is een onaangename emotie die evolutionair gezien ontstond toen het leven in groepen voordelig bleek voor het voortbestaan van de individuen. Schaamte hielp ons om ons zodanig te gedragen dat we niet uit de groep werden gestoten en dat de groep zich ook meer als een geheel kon gedragen.
We kennen allemaal wel iemand die we als schaamteloos beschouwen, daar wil je meestal liever niet mee in een groep vertoeven. Schaamte helpt ons om ons gedrag te reguleren, in die zin is het een functionele emotie.

Schaamte is sterk cultuurgebonden. In de huidige westerse cultuur, waarin mensen zichzelf graag zien als autonoom, is het schaamtevol om je autonomie te verliezen. Dat wordt in de huidige tijd dan al snel: als je verkracht wordt, dien je jezelf met hand en tand te verzetten, anders heb je het gewild.
Hier wordt schaamte beslist disfunctioneel, zelfs destructief.

De grote schaamte

Stel je eens voor dat je overlevende bent van een mishandeling of een verkrachting. Op een bepaald moment tijdens die afschuwelijke situatie ben je gestopt met je te verzetten. Het voelt alsof je opgegeven hebt, alsof je laf was. Je schaamt je dood.
Je had beter je best moeten doen, eerder weg moeten rennen, harder moeten vechten.

Een overlevende schaamt zich voor het gebeurde en voor haar (of zijn) eigen gedrag van ‘laten gebeuren en niet vechten’, voor het verliezen van de autonomie. Gedrag waarvan wij nu weten dat het geen keus was. Het organisme besloot, op een diep biologisch niveau, ‘het licht uit te doen’. Het was té overweldigend voor het organisme, er was nog maar één weg, en dat was afsluiten en bevriezen.

Naast de schaamte vanuit zichzelf is er vaak de afkeuring en het onbegrip vanuit de omgeving. Niemand begrijpt je. Kon je dan echt niets meer doen? Waarom heb je niet langer of harder getrapt, gevochten of gebeten? Achteraf is het altijd makkelijk oordelen.
De schaamte van de overlevende wordt nog groter.
Wanneer is het veilig?


De gazelle leeft niet alleen zonder prefrontale cortex, wat in dit geval dus als een zegen mag worden beschouwd, hij leeft ook nog eens in een omgeving waarin het van tijd tot tijd relatief veilig is. Veilig in de zin van geen jachtluipaarden in de buurt, dus tijd om de spanning van de recente ontsnapping te ontladen.

Ontladen is een essentiële stap om de cyclus rond te maken en de overtollige overlevingsenergie op een goede manier te kanaliseren, zodat deze niet achterblijft en stagnatie in het organisme veroorzaakt. De gazelle doet dit door te schudden en trillen. Hierna kan hij weer verder met grazen.
Drie redenen waarom het bij ons anders gaat

Het ontladen van de overlevingsenergie en -spanning bij mensen gaat vaak minder natuurlijk. Ten eerste zit er – naast de schaamte voor de gebeurtenis zelf – ook vaak schaamte op de emotionele en fysieke ontlading en wordt deze onderdrukt.

Ten tweede duurt het vaak lang voordat een overlevende zich echt veilig voelt. Omstanders en/of hulpverleners helpen vaak niet voor het gevoel van veiligheid, hoe goed ze het ook bedoelen. Bij de gazelle is ontladen een kwestie van minuten na het ontsnappen, bij mensen kan het dagen of nog langer duren voordat een overlevende zich veilig genoeg voelt om iets van ontlading toe te laten.

Ten derde leven heel veel mensen sowieso in een staat van té hoge stress en spanning, waardoor ons organisme op biologisch niveau continu op een lage alarmstand functioneert. Overspannenheid, burn-out en óók PTSS (Post-traumatische Stress-stoornis) ontstaan vaak op langere termijn, als een soort optelsom van meerdere kleinere of grotere stressvolle gebeurtenissen. Sommige mensen voelen zich op biologisch gebied nooit echt helemaal veilig…

Er zijn dus genoeg redenen waardoor het ontladen van energie bij de mens niet gaat zoals bij de gazelle. Zo kunnen overweldigende gebeurtenissen niet goed afgerond worden, zich vastzetten in het lichaam en vroeg of laat klachten gaan geven.

De ellende is groot en driedubbel:
het slachtoffer schaamt zich voor het niet-verzetten en het verliezen van de autonomie
het slachtoffer krijgt weinig begrip en soms zelfs verwijten vanuit de omgeving
de ontlading en afronding zijn vaak niet optimaal waardoor er ook nog eens chronische klachten of PTSS kan ontstaan

Er is gelukkig steeds meer wetenschappelijk bewijs dat de werking van deze mechanismen bevestigt. Nu wordt het tijd dat het grote publiek hier meer kennis van krijgt.

Bron:

Relaxmore.nl

2 opmerkingen:

  1. Ik heb een auto ongeluk gehad, en tussen het moment van de daadwerkelijke fatale klap en dat ik bijkwam in de berm weet ik eigenlijk niets. Ik ben zelf uit de wagen geklropen voor men mij vond. Dat wil dus zeggen dat ik zonder het zelf te weten op dat moment,een overlevingsmodus ben ingegaan voor de auto uiteindelijk met een klap tot stilstand kwam en tot ik uit de wagen was. Het heeft me in ieder geval gered. Op meer vlakken.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik kan mij herinneren dat je dat eens vertelt hebt. Een heftige ervaring, die je niet snel vergeet.

    BeantwoordenVerwijderen

Laat een reactie achter