Het gebeurde in de middeleeuwen, de tijd van
epidemieën, hongersnood en crisis.
Een pelgrim op doorreis werd door honger
gekweld en klopte aan op de eerste de beste deur. Daar zaten net toevallig enkele
families bij elkaar; ze zaten zich, uit armoede, te warmen aan hetzelfde
vuurtje. De pelgrim begreep best dat de mensen doodarm waren en dat hij dus niet
zomaar om wat voedsel kon bedelen. Hij stelde voor om een grote ketel soep te
koken.
Iedereen keek verbaasd op van dat voorstel, want voor soep heb je toch heel wat nodig! Dat bleek geen bezwaar, de reiziger beweerde alles bij zich
te hebben in zijn rugzak. Al wat hij nodig had, was een grote ketel water. Goed,
ze lieten het zich geen twee keer zeggen, ze haalden een reuze ketel water, en
zetten die op het vuur. En toen haalde de man uit zijn rugzak: een steen. "Nee,
nee, geen gewone steen", zei hij, toen hij de vragende blikken zag, "een echte
soepsteen!"
Voorzichtig legde hij de steen in het water en nu maar wachten, vol spanning, vol nieuwsgierigheid. "De soep zou gekruid moeten zijn", zei de man na
een tijdje. Gelukkig was er nog wat zout in huis, en de buurvrouw had ook nog
een blaadje laurier en een beetje Spaanse peper. Ze ging het halen. En dan maar
weer wachten. "Er moest eigenlijk een beetje vet bij", zei de man. En toen
herinnerde zich iemand dat hij in de kelder nog wat soepvlees had staan. "Ze zou
ook nog wat gebonden moeten zijn", zei de man weer, want hij had in het
voortuintje een aardappelplant zien staan. De knolletjes gingen erbij. "Wat zou
je denken van een paar worteltjes?", vroeg iemand plotseling. En iemand anders
dacht er net aan dat hij nog één of twee rapen had liggen, verstopt onder het
matras. En nog iemand kwam met een struikje prei. En de overbuurvrouw had nog
een knolletje selderij en een handjevol bonen en een kleine savooienkool.
In korte tijd was het huis gevuld met een adembenemende geur. Daarna hebben ze gegeten tot ze niet meer konden en nog was de soep niet
op.
Toen nam de pelgrim dankbaar afscheid en wou vertrekken. "Je vergeet je
soepsteen", zei iemand. "Nee, die mag je houden", antwoordde de man, "je kunt er
nog honderd keren soep van koken, als je maar net doet als wij daarnet gedaan
hebben". "Toch een wondersteen", zeiden de mensen toen de man de deur was
uitgestapt.
Toen de pelgrim uit het gezicht verdwenen was, raapte hij een nieuwe steen op van de weg en stopte hem zorgvuldig in zijn
rugzak.
Uit: Met rituelen het leven spelen
prachtig verhaal
BeantwoordenVerwijderenje ziet dat je meer had dan je dacht
Mooi verhaal......
BeantwoordenVerwijderenEn mooi verhaal wat mensen een vaker moeten beseffen.
BeantwoordenVerwijderenLove As always
Di Mario
Hallo D.,
BeantwoordenVerwijderenEenzaamheid is inderdaad iets vreselijks dat je kan overkomen. Sommige koppels zijn zo aan elkaar gehecht, vaak de enige echte band in hun leven, tot op het moment één van beiden komt te overlijden. Hun wereld stort in elkaar en ze mijden elk sociaal contact. Bedroevend hoe sommigen dan echt in hun eenzaamheid wegkwijnen.
Wordt weer actueler dan we dachten.
BeantwoordenVerwijderen