maandag 20 februari 2012


Bij veel moderne koppels komen kinderen altijd op de eerste plaats. Hun eigen behoeften schieten er volledig bij in. De echtelieden gedragen zich – vaak heel bewust – als de Alaskazalm: zodra ze kuit geschoten hebben, sterven ze.

De feestelijke tafel is bij uitstek de plek waar dat tot uiting komt. Terwijl kinderen bij dergelijke gelegenheden vroeger samen aan een keukentafeltje werden geplaatst, waar ze zichzelf mochten entertainen of hoogstens meeluisteren terwijl de volwassenen hun gesprekken voerden aan de hoofdtafel, zitten ze nu mee aan. Meer nog, we laten hen toe het gesprek volledig te domineren, of het nu gaat om peuters, die we op dat eigenste moment bestek leren hanteren, of pubers, die dit een uitgelezen gelegenheid vinden om hun frustraties op tafel te gooien.

Daartegen ingaan, zo maken we onszelf en anderen wijs, is egoïstisch. De reacties op website van Het Laatste Nieuws op een recent bericht dat werkende moeders al eens een kind ziek naar school sturen, logen er niet om. Slechts hier en daar wees iemand erop dat geen enkele moeder dit leuk vindt, maar het overgrote deel had het over egoïstische moeders, die niet bereid zijn opofferingen te maken voor kinderen voor wie ze – hier komt ie – toch zelf gekozen hebben.

Net als in onze partnerkeuze zijn we wat kinderen betreft nog nooit zo vrij geweest. Terwijl tot de jaren zestig bij elk gezin automatisch een stoet kinderen hoorde, kunnen we nu beslissen één, twee, meer of helemaal geen kinderen te hebben. Die vrijheid brengt een nieuwe onvrijheid mee: precies omdat we zelf voor onze kinderen gekozen hebben, gaan we ervan uit dat alles voor hen moet wijken. Nonchalant omgaan met kinderen (‘ga maar wat buiten spelen!') is taboe geworden, terwijl het eeuwenlang de norm was en de meesten van ons zelf min of meer op die manier zijn grootgebracht.

Geen feestdis is bijgevolg compleet zonder ‘de kids'. Vakantie is in de eerste plaats voor de kroost bedoeld, we zeuren dus maar beter niet dat een romantisch terrasje met z'n tweeën er niet in zit. En ondertussen maar dromen van ouderschapsverlof of viervijfde werken. Voor de kinderen, uiteraard.

Volgens Haag trekken sommige bewust ongehuwde moeders dit tot in het extreme door: als een kind toch alles voor je betekent in deze wereld, waarom zou je dan nog een man nodig hebben?

Een ander gevolg is wat Haag ‘de clandestiene zoektocht naar volwassenheid' noemt. We offeren zoveel op voor onze kinderen, dat we snakken naar een moment waarop we gewoon volwassen kunnen zijn. Met andere volwassenen, in de avondcursus Spaans of in een mannenclubje, om te vissen, fietsen of motorrijden, zoals dat vorige week in dit magazine beschreven werd.

Heel wat ouders blijken ook best te genieten van pendelen met de wagen: wat voor de ene fileleed is, is voor de andere een zeldzaam moment alleen, zonder die ellendige Studio100-soundtrack die de rest van je leven begeleidt. (Waarom is kapitein Winokio trouwens zo'n groot succes? Als een modern gezin ondenkbaar is zonder kindermuziek, dan liefst die van deze meneer, die de ouders ten minste nog een beetje doet denken aan hun eigen cd's die ondertussen stof staan te vangen in het rek.) Een extreem voorbeeld is de vader die elke zondag gaat basketten, maar zijn kinderen laat geloven dat hij dan boodschappen doet. Stel je voor dat ze beseffen dat hij echt iets doet gewoon omdat hij dat zelf wil.

Het middelmatige huwelijk
Anja Otte

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat een reactie achter