vrijdag 17 februari 2012

De geschiedenis van sprookjes


Sprookjes zijn er in alle soorten en maten. Er zijn enge en grappige sprookjes, korte en lange sprookjes. Sommigen zijn eeuwen oud en andere sprookjes bestaan nog maar pas. Al zijn al die sprookjes heel anders, toch lijken ze op elkaar. Sprookjeshelden en heldinnen hebben bijvoorbeeld vaak te maken met dezelfde soort problemen. Arme jongens en meisjes waar niemand (meer) voor zorgt, moeten zelf uit de moeilijkheden zien te komen. Voordat ze vrolijk en vrij kunnen zijn, moeten ze eerst één of meer moeilijke opdrachten vervullen. Gelukkig worden ze daarbij geholpen door dieren, goede mensen, kabouters, feeën en andere wezens.

De geest uit de wonderlamp helpt Aladdin, de gelaarsde kat, de arme molenaarszoon, Sneeuwwitje ontmoet de dwergen en Assepoesters peettante tovert voor haar een koets, een baljurk en een paar glazen schoentjes te voorschijn.

Eigenlijk zijn die jongens en meisjes heel aardig en slim, maar is er niemand die dat ziet totdat ze een handje worden geholpen. Als Assepoester haar prachtige baljurk en schoentjes draagt, ziet ze er opeens niet meer als een smerig keukenmeisje dat onder de as zit en waar niemand mee om wil gaan.(Zoals het lelijke jonge eendje uit een sprookje van Andersen toen het een volwassen zwaan werd)

Overal op de wereld zie je zulke helden en heldinnen in sprookjes, in Noorwegen zijn er bijvoorbeeld veel sprookjes over een jongen die erg op Aladdin en Assepoester lijkt. Die jongen heette Askeladden (=de jongen die in de as zit te porren),in het Nederlands vertaald luidt zijn naam Assepasser. Hij is de jongste thuis en zijn broers willen hem nooit meenemen op hun reizen omdat ze hem stom vinden, zoals het begin verteld over Assepasser die de zilveren eenden van de trol stal.

De Geschiedenis van Sprookjes

Met de komst van TV en Video zijn de sprookjes van vroeger in een raar vaarwater terecht gekomen. Aan de ene kant worden ze verdrongen door de Transformers en Powerrangers, aan de andere kant beleven ze een comeback door de Disney film-en video industrie. Inmiddels kent ieder kind de Kleine Zeemeermin, Pocahontas en de Leeuwenkoning, en dus wordt het hoog tijd dat Disney zich ook waagt aan het Lelijke Eendje, de Kikkerprins en het Meisje met de Zwavelstokjes.

Sprookjes worden al eeuwen gebruikt om kinderen ontzag in te boezemen en gevoel voor normen en waarden bij te brengen. Oorspronkelijk werden de verhalen alleen mondeling overgeleverd. Pas later kwamen er verhalenboeken aan te pas. Bij het op schrift stellen van de in omloop zijnde verhalen hebben zowel de gebroeders Grimm als Charles Perrault bergen werk verzet. Bij het schrijven van nieuwe sprookjes in de negentiende eeuw kan maar één naam als onbetwist sprookjesschrijver genoemd worden: Hans Christian Andersen.

Charles Perrault

 

De Franse Charles Perrault(1628-1703) geniet zo veel naamsbekendheid. Al in de zeventiende eeuw ging hij aan de slag om sprookjes vanuit mondelinge overlevering op schrift te stellen. Niemand kent zijn werk als Verhalen en Vertellingen uit Oude Tijden, maar dat komt omdat ze bekend zijn geworden onder een andere naam: Contes de ma mére l'oye of Sprookjes van Moeder de Gans. In deze sprookjesreeks horen bekende sprookjes thuis als: Klein Duimpje, Roodkapje, de Gelaarsde Kat, Doornroosje en Assepoester.

De Gebroeders Grimm

Jacob Ludwig Karl Grimm (1785-1863) en Wilhelm Karl Grimm (1786-1859) begonnen in het begin van de negentiende eeuw met het verzamelen en op papier zetten van de op dat moment in omloop zijnde volksverhalen. Het resultaat was een twee delen tellend boekwerk vol sprookjes: Kinder-und Hausmärchen. In 1857 werd de verzameling, nu bekend als de Sprookjes van Grimm, nog eens fors uitgebreid.


Voor de Grimm sprookjessite: KLIK

Enkele populaire sprookjes van Grimm zijn bijvoorbeeld: Raponsje, Sneeuwwitje, de Kikkerprins, Repelsteeltje, Hans en Grietje, en de Wolf en de zeven geitjes. De sprookjes zijn voorzien van een duidelijke moraal en een "grimmig" karakter: wie niet luistert komt in de problemen, wie slecht is word aan mootjes gehakt. Aan het eind van het verhaal komt het voor de hoofdpersoon toch altijd weer goed, iets wat voor de slechterik in het verhaal nooit het geval is. De meeste sprookjes(niet alleen die van Grimm)zijn voorzien van een soms dubieuze ethiek. De goedheid van de mens is af te lezen aan zijn uiterlijk: de goede prinsen en prinsessen zijn wondermooi; de vervelende stiefmoeders, stiefzussen en heksen zijn foeilelijk. Een strak onderscheid tussen de sprookjes van Grimm en die van Perrault is overigens niet echt te maken. Met name de gebroeders Grimm gingen tot ver over hun (Duitse) landgrenzen bij het verzamelen van hun volksvertellingen zodat een overlap in de sprookjes ontstond. Sprookjes als Klein Duimpje, Roodkapje en Doornroosje zijn zowel in de boeken van Perrault als in die van Grimm terug te vinden.

Hans Christian Andersen


De Deense sprookjesschrijver Hans Christian Andersen (1805-1875) werd, eveneens in de negentiende eeuw, wereldberoemd met zijn kinderverhalen. De sprookjes zijn in meer dan tachtig talen vertaald. In de vele boeken met Sprookjes van Andersen als titel is meestal slechts een selectie opgenomen van de ruim 150 kinderverhalen die hij in zijn leven schreef. De afwisselende en tot de verbeelding sprekende verhalen lenen zich uitstekend om steeds opnieuw voorgelezen te worden. De bekendste verhalen van zijn pen zijn: het Lelijke Eendje, de Wilde Zwanen, de keizerlijke Nachtegaal, de Kleine Zeemeermin, de Prinses op de Erwt, de Rode Schoentjes, de Nieuwe kleren van de keizer, de Sneeuwkoningin en het Meisje met de Zwavelstokjes.

Giambattista Basile

Het sprookje van Hans & Grietje kun je vinden op de site Volksverhalen Almanak.

Veel meer sprookjes te vinden.

KLIK voor deze site.

Tussen de stapels sprookjesboeken bij de ramsj komt men nooit een boek tegen van Giambattista Basile (circa 1575-1632). Toch zette deze Italiaanse schrijver al in de zestiende eeuw ook zo'n vijftig sprookjes op papier. Onder deze sprookjes komen we opnieuw Assepoester,Sneeuwwitje en de Gelaarsde Kat tegen, maar ook het inmiddels even zo'n beroemde sprookje Belle en het Beest.

Sprookjes uit 1001 nacht


De meest bekende Oosterse sprookjesverzameling is "Sprookjes uit 1001 nacht". Dit boekwerk bevat verhalen uit voornamelijk de gehele Arabisch Islamitische cultuur. In de Engelse taal gaan deze sprookjes dan ook meestal door het leven als Arabian Nights. De sprookjes worden ingeleid door een raamvertelling.

1001 nacht zijn al eeuwen bekend en worden zelfs nu nog beschouwd als een hoogtepunt uit de Arabische literatuur, hoewel er ook Egyptisch, Perzische en Griekse verhalen in te vinden zijn. De verhalen worden in alle literatuurlessen genoemd als De verhalen uit 1001 nacht.


Koning Sjahriar is bedrogen door zijn echtgenote. Omdat hij daarna geen enkele vrouw meer vertrouwt, neemt hij elke nacht een andere maagd in zijn bed, ontmaagd haar en laat haar de volgende morgen onthoofden. Als Sheherazade bij hem gebracht wordt, verzint ze een list. Ze verteld hem elke nacht een ander verhaal, maar zorgt er wel voor op te houden op het spannendste moment. De koning is steeds weer zo nieuwsgierig naar het eind van het verhaal dat hij haar laat leven om de volgende nacht de rest van het verhaal te kunnen horen. Dit gaat zo drie jaar door en in die drie jaar schenkt ze hem drie kinderen. Dan besluit ze dat het lang genoeg heeft geduurd en durft aan hem te zeggen dat ze ermee ophoudt. De koning is al lang niet meer van plan haar te laten onthoofden en heeft haar in de afgelopen jaren lief gekregen. Hij vraagt haar ten huwelijk en "ze leven nog lang en gelukkig".

De verhalen die Sheherazade hem vertelde zijn onder meer het verhaal van Sinbad de Zeeman, Aladdin en de Wonderlamp en Ali Baba en de veertig rovers.

De collectie verhalen van 1001 nacht is gedurende een aantal eeuwen gegroeid. De eerste verhalen stammen al uit de negende eeuw, en de collectie groeide door totdat het geheel in de vijftiende eeuw in het Arabisch op papier werd gezet. In het begin van de achttiende eeuw werd het boekwerk in het Frans vertaald (Les Mille et Une Nuits door Antoine Galland), en in de negentiende eeuw werd het tweemaal in het Engels vertaald: Arabian Nights door Edward William Lane, en The Thousand and one Nights door Richard Francis Burton,waarvan Arabian Nights verreweg het bekendst geworden is.

Sprookjes zijn erg esoterisch. Misschien heb je daar nog nooit bij nagedacht!

Hans en Grietje


In het sprookje Hans en Grietje worden twee kinderen, broer en zus, achtergelaten in een groot bos omdat de ouders niet genoeg eten hebben. Het bos stelt de onbekende padloze wereld voor. De maan (ontvankelijk,vrouwelijk, hogere wijsheid) verlicht hun pad. Twee witte vogels begeleiden Hans en Grietje, een duif en een wilde eend.

De witte duif brengt Hans en Grietje bij het Koekhuisje(persoonlijk verlangen, materiele zekerheid, begeerte). De witte eend helpt hen over het Water(emotionele zekerheid), waarbij hij fungeert als een brug tot een hoger niveau van liefde en bewustwording. Hans en Grietje leren in harmonie samen te werken en elkaar onvoorwaardelijk te vertrouwen.

Nu Hans en Grietje het koekhuisje gevonden hebben wanen zij zich in de zevende hemel, omdat ze zolang honger hebben geleden. Hans knabbelt aan het Dak (hoofd, geest) en Grietje aan een Raam(ziel). Ze stillen hun honger en worden intussen gevangen gehouden door een oude boze heks. Deze oude heks symboliseert het verstand ,zij weet niks van de echte aard en de innerlijke groei van de mens. Uiteindelijk verliest zij door Grietje te onderschatten. Kleine Grietje is de heks te slim af en duwt haar in het vuur van de oven. De boosaardigheid van de heks wordt gezuiverd in het vuur. Nu zijn de kinderen vrij. Grietje(de ziel) heeft Hans (de geest) gered. Ze zijn weer samen: broer en zus en ze gaan naar huis.

Hiervoor dienen zij naar een hoger bewustzijnsniveau te transformeren. Hun geboortegrond(aardse) zijn zij ontstegen en ze reizen verder over water(de levensstroom) op de vleugels van de geest(de witte wilde eend)Op het hoogste niveau ontsnapt iemands geest aan de zichtbare wereld (het koekhuis, zinnelijke liefde) en keert terug naar de oorsprong(eeuwige liefde)

Zie je Hans en Grietje als Tarotkaart zou hij voor diepe spirituele wijding of verbinding staan. Ieder persoon heeft mannelijke en vrouwelijke energie in zich en het is nu de tijd hier balans in te vinden. Hans, het symbool van animus - de wind, de geest,  mannelijke energie. Grietje, het symbool van anima - de ziel, verzorging, vrouwelijke energie. Samen, hand in hand, zouden zij het ideale huwelijk zijn. Meditatie over deze twee kinderen, in al hun schoonheid en inspiratie naar elkaar. Hun gedrag is de spiegel van de verloren liefde van hun ouders, die uitgeput waren door het leven. Een spirituele omarming, een vleugje romantiek, een concentratie in het haar ... zij maken een blik in de rijkdom en wonderen van deze wereld mogelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat een reactie achter