De gedachten zijn vrij, wie kan ze beletten?
Zij ijlen voorbij, naar eigene wetten.
Geen mens kan ze raden of grijpen of schaden,
Hoe sterk hij ook zij: de gedachten zijn vrij!
Ik denk wat ik wil, wie zal ’t mij verbieden?
Mijn denken gaat stil waarheen het wil vlieden.
Mijn wens en verlangen neemt niemand gevangen
Hoe sterk hij ook zij: de gedachten zijn vrij!
En als men mij sluit in donkere kerker,
Dan lach ik ze uit, de geest is toch sterker.
Hij breekt onverdroten de grendels en sloten,
En werpt ze terzij: de gedachten zijn vrij!
In zijn oorspronkelijke Duitse versie werd dit lied al gevonden rond 1870 op strooibriefjes, en ook op de lijst van verboden drukwerken bij de politie.
Als verwoording van hoop van hen die zich verzetten tegen de onderdrukking van de vrijheid, was dit lied ook populair in de concentratiekampen van de nazi’s.
Kontrarie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter