Het geluk bestuderen brengt het belangrijkste aspect van de mens naar boven.
De relatie met zichzelf.
Gelukkig voelen, een moment van gelukzaligheid, geluk hebben of echt gelukkig zijn. Mijn denkbeelden omtrent geluk zijn ontleend aan de Boeddhistische filosofie, die naast liefde en mededogen het loslaten als belangrijkste stap ziet naar de volmaakte mens, de Boeddha.
Het menselijk geluk analyseren is niet moeilijk. Maar het afleren van oneigenlijke denkbeelden wel. Het elementaire van gelukkig zijn is het afleren van het denkbeeld dat alle dingen die van buiten komen je gelukkiger zouden kunnen maken. En tegelijkertijd afstand doen van alle verbintenissen met zowel de materiële als de immateriële zaken. Geluk is het grote loslaten van alles waarvan je denkt dat het je gelukkig maakt.
Kan en wil een mens wel de vertrouwde zaken loslaten? Hoever moet je met dat loslaten gaan? Het hangt van iemands eigen levensfilosofie af wat hij of zij verwacht van het leven en wat er wordt gedacht over de dood en bewustzijn na de dood. We spreken over moeilijk te definiëren begrippen zoals leven, dood en bewustzijn. Op het moment dat we deze begrippen definiëren hebben we al een keuze gemaakt tussen de eigenschappen van wat we van deze grootheden verwachten. Datzelfde geld voor het loslaten in het leven. Als we ons verbonden voelen met de boeddhistische filosofie, dan zal een hiermee parallel lopende gedachte eerder een keuze richting gaan sturen dan als we anders denken omtrent het leven en dood.
Ook bij de begrippen ziekte en gezondheid speelt eenzelfde denkwijze een cruciale rol. Deze veel gebruikte termen zijn sterk afhankelijk van iemands levensfilosofie. Ben ik als eerste verantwoordelijk voor mijn eigen gezondheid of is mijn gezondheid afhankelijk van factoren, zoals milieu, genetische codering of bewustzijn beïnvloeding via het omringende veld van energie. Het bewustzijn kan de gezondheid versterken en de ziekte laten verdwijnen.
Een mens is een wezen waarbij de energie is gematerialiseerd, die alleen is in de drie dimensionale wereld, maar met alles en iedereen is verbonden in de non locale, multidimensionale ruimte.
Als we ons bezinnen op het aardse bestaan, dan is dit een tijdelijke scheiding waarbij we onszelf niet meer in de ander herkennen. Als we ons willen verbinden met onze medemensen, zullen we afstand moeten doen van de illusie van gescheiden zijn. We zullen het samen delen als iets vanzelfsprekends moeten zien. De ander beschouwen als een variabele versie van onszelf. Als we deze stap hebben gezet en de wereld kunnen aanschouwen in verbondenheid, dan kunnen we de stap van loslaten maken.
Het loslaten van alles wat ons dierbaar en waardevol lijkt, maar uiteindelijk een energetische band met ons heeft die er altijd is geweest en altijd zal blijven.
We laten iets los wat we niet vast hoeven te houden, omdat het niet scheidbaar is. Gelukkig zijn is een filosofie, is een zelfhypnose, is een kunst, is het ontdekken van iets dat er altijd was, altijd is en ons nooit kan loslaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter