We zijn zo gewend aan onze rationele manier van "denken", dat we allerlei innerlijke kanten van het verschijnsel synchroniciteit over het hoofd zien. Die rationele benadering hebben we aangelegd voor empirisch toetsbaar, natuurwetenschappelijke kennis.
De Berlijnse fysioloog Du Bois-Reymond (1815-1896) sloeg in zijn voordracht 'Over de grenzen van de natuurwetenschappen' (1872) een andere, kritische toon aan. Hij onderscheidde twee soorten verschijnselen; verschijnselen die onafhankelijk van onze waarnemingen optreden en verschijnselen die zich in het innerlijk van waarnemers voordoen. De laatste categorie kwalificeerde hij als subjectieve waarnemingen en niet te accepteren.
Natuurwetenschap is te herleiden tot waarneming van bewegingen van materiële zaken. Als we dat goed kunnen vastleggen in maat en getal, dan bevredigt dat onze behoefte aan exact inzicht geheel. Die stelling werd weerlegd in een tijd, dat men in de geneeskunde en in de natuurwetenschappen schoon genoeg begon te krijgen van allerlei quasi-wetenschap, die als onbegrepen resten van traditioneel overgeleverd weten dat zich nog altijd deed gelden. Tegen de achtergrond van Immanuel Kant (1724 - 1804)met zijn theorie over de onkenbaarheid van 'Das Ding-an-sich', omdat ons bewustzijn nu eenmaal gevangen is in de categorieën van ruimte en tijd, werd alle andersoortige kennis overboord gegooid. En het is niet te ontkennen, dat die houding inderdaad de ongekende vlucht van de moderne natuurwetenschappen op gang heeft gebracht.
We hebben het afgelopen jaar heel veel te horen gekregen over Darwin (1809 - 1882) en de evolutieleer. Het is eigenlijk een grandioze gedachte, dat de wereld een ontwikkelingsproces te zien geeft, wanneer we de verschijnselen maar op een bepaalde manier leren te rangschikken. Wat onderbelicht is gebleven, is alles wat er niet aan de gangbare evolutietheorie niet klopt.
Voorbeeld:Er heeft ooit een oerknal plaatsgevonden. Dat zou het begin geweest zijn van alles, wat we nu in onze wereld waarnemen: de materie, de planten, de dieren en de mensen. Nog afgezien van wat er nu is gaan oerknallen in het begin van alles, komen we als eerste probleem tegen, dat die materie uit zichzelf tot leven is gekomen. Hoe kan iets spontaan uit het niets nu meer worden dan het was? Waar komt het leven vandaan? De natuurwetenschappers roepen allemaal in koor, dat weten we nóg niet, maar dat komen we wel aan de weet! Waarom moet ik dat geloven?
De planten hebben bovendien ook nog bewustzijn ontwikkeld en konden waarnemend gaan bestaan. Waar komt dat bewustzijn nu vandaan? En aan het eind van het bereikte dier-zijn is de mens de laatste 100.000 jaar ook nog eens rechtop gaan lopen en heeft de laatste 10.000 jaar een nieuw bewustzijn ontwikkeld in de vorm van het Ik-bewustzijn. Allemaal zo maar. Steeds weer is de evolutie zonder enige achtergrond uit het niets méér geworden dan het was. Ra, ra, hoe kan dat?
Nu komt ook nog de vraag op, gaat de evolutie bij de mens stoppen? Of gaat de evolutie nog door, maar waarheen dan? Wat gaan we nog ontwikkelen? Of is er nog een andere mogelijkheid?
De evolutionisten zijn zo gewend om maar alleen de ene kant uit te denken, dat ze vergeten om ook eens een andere gang van zaken te overwegen. Zou het ook kunnen, dat alles niet vanuit het niets, maar vanuit een “Idee” of in de “Geest” tot ontwikkeling is gekomen? Dat er in de paar miljard jaar een verdichting van de geest heeft plaatsgevonden via warmte, lucht en water tot materie. Dat het hoogste, de idee van de mens, het langst geest is gebleven in de geestelijke wereld; dat deze mens daarom het laatst in een materiële vorm is verschenen in de evolutie; dat de dieren voor de mens op aarde zijn verschenen, omdat ze minder geestelijk zijn dan de mens; dat de dieren verschenen nà de planten, omdat de planten ‘minder geestelijk’ zijn dan de dieren; en dat de dode materie het eerst in materiële vorm moest verschijnen, omdat de geest daarin het meest is zoekgeraakt?
Wat staat er dan nu nog te gebeuren met de evolutie? Het hoogste, dat in de evolutie tot ontwikkeling is gekomen is het menselijk bewustzijn, het Ik-bewustzijn. Dat is natuurlijk niet meet- en weegbaar, want in de mens is de geest nog in volle ontwikkeling. Maar de geest bevat het geheim om uit zichzelf méér te worden dan het is. Dan kunnen we nu beginnen aan een vergeestelijkingsproces en dat de de evolutie van nu af aan in de handen van de vergeestelijkende mens ligt. En dat hij die eigenschappen in zijn binnenwereld (lees: ziel) tot ontwikkeling kan gaan brengen; die hem terug kunnen brengen bij de geest, dwz. als bewust wezen in de dan bewustwordende wereld van de geest. Dan hebben we ook een verklaring voor het feit, dat wanneer de mens zich met zijn verstand richt op de hem omringende wereld, dat hij daar wijsheid (wetenschap)aantreft, want die wijsheid zit in de hele wereld.
Nu moeten we alleen nog het weten niet willen beperken; tot het dogma van de materie. We moeten leren in onze binnenwereld nieuwe zintuigen te ontwikkelen, waarmee we bijvoorbeeld kunnen doordringen tot waarnemingen in de wereld van het leven. Daar verzeilen we dus in een nieuwe kwaliteit van bewustzijn met de daarbij passende zintuigen. Met onze gewone zintuigen, die ook een product zijn van de evolutie, nemen we de materiële wereld waar, met de 'levens zintuigen' het leven. Dan zouden we bijvoorbeeld het levenslichaam van de planten kunnen 'zien'. Dat deed Paracelsus (1494-1541) al. Hij 'zag' het levenslichaam van de planten in zijn kruidentuin; hij zag ook het levenslichaam van zijn hartpatienten en ontdekte etherische overeenkomsten bij plant en mens. Zo werd hij de ontdekker van de 'digitalis', een middel tegen hartritmestoornissen, dat tot op heden door de cardiologen wordt voorgeschreven.
Hier komen we het verschijnsel: synchroniciteit tegen! Dat is ook de reden, dat zeer bepaalde mensen, bijvoorbeeld de helderziende Hildegard von Bingen (1098 -1179) de kruiden ontdekte als geneesmiddel; daar heeft ze zelfs een heel boek over geschreven. Is dat flauwekulkennis? Neen, zeker niet. Heel stilletjes zijn de allermodernste geneesmiddelfabrikanten op zoek naar kruiden bij zgn. primitieve volken, naar de kruiden die zij tegen ziekten gebruiken. Hebben deze volken die bij toeval gevonden? Neen, zeker niet; maar wel met hun helderziende zintuigen.
Dus hoe gaat de evolutie verder? We zullen deze zintuigen opnieuw moeten leren ontwikkelen. Dan komen we in een nieuw aspect van de spirituele evolutie. Het blijkt, dat je die zintuigen niet kunt ontwikkelen, wanneer je niet bereid bent een 'beter mens' dus een moreler mens te worden. Paracelsus en Hildegard wisten dat heel goed en hebben ook beschreven, hoe een meditatief leven naar dieper bewustzijn” leidt.
De huidige wetenschap kan de meest niet morele dingen ontwikkelen, zoals atoom- en waterstofbommen, oorlogsgassen, want aan de materie kleeft geen moraal. Die komt je pas tegen op het niveau van het Leven, de bewustzijnslaag, die achter de materie van de planten schuilgaat. Welnu, kijk waar de moderne wetenschap ontspoort, niet moreel handelen gedoogt met de zuur verworven kennis en filosofen van buiten af moet inhuren, om te weten wat goed en kwaad is, want hun natuurwetenschap levert gewoon geen moraal. Zo bestaan er dus 4 lagen van bewustwording:
De materielaag levert de natuurwetenschappen
De levenslaag zal inzicht gaan opleveren op het niveau van de levenskwaliteit
De bewustzijnslaag geeft inzicht in de werkelijkheid van de binnenwereld van de ziel
De geestlaag zal wezenlijke inzichten opleveren in de wereld van de Geest.
Op deze niveaus is synchroniciteit helemaal geen probleem meer en heel goed te begrijpen. Alleen dat begrijpen moet nog worden geleerd.Wanneer je meer wil weten over deze kijk op de wereld, lees het maar eens na in: 'Geheimwissenschaft' (Wetenschap van de Geheimen van de Ziel) van Rudolf Steiner (1861 - 1925).
Zinvol toeval een aantal voorbeelden
Een lezeres beschrijft een paar opmerkelijke voorbeelden van 'zinvol toeval'. Eén ervan gaat als volgt: "Mijn dochter studeerde in Sheffield en we spraken af om elkaar in Londen te treffen, bij het warenhuis Harrods. Mijn dochter reisde per bus en ik vloog naar 'Stensted Airport', en reisde van daar per tube naar Londen. Ik was veel te vroeg, maar kon wel een uurtje stukslaan in Harrods.
Onderweg naar Londen kijk ik ineens op naar het naastgelegen treincompartiment; op datzelfde moment draait mijn dochter, die in dat compartiment stond te lezen, zich om en we zien elkaar. Pas bij een volgend station kan ze vanuit haar wagon naar die van mij rennen. Het weerzien was geweldig.
Mijn dochter vertelde later dat ze veel te vroeg zou aankomen en om tijd te rekken was ze uit de bus gestapt en naar de underground gelopen om een tube naar het centrum te nemen. Als je weet hoe lang zo'n trein is en hoeveel er per uur rijden, is de kans dat je elkaar treft nihil. Laat staan dat je elkaar ziet! 'Toevallig? Ik denk van niet'.
Voorbeeld 2
Een andere moeder bezoekt haar studerende zoon in Texas. Het bezoek is niet aangekondigd. Het moet een verrassing zijn. Aangekomen op het vliegveld huurt ze een auto en rijdt naar de campus van de universiteit. Ze is voor de eerste keer in de VS en moet wel even - letterlijk - haar weg zoeken. Op de campus wil ze informeren waar haar zoon verblijft, maar er is niemand te bekennen. Op goed geluk gaat ze een gebouw binnen, maar ook dat lijkt uitgestorven. Ze klopt op de deur van een kamer, in de hoop daar iemand aan te treffen. Dat is ook zo ... en tot haar stomme verbazing treft ze daar haar zoon aan die op bed ligt te lezen. Moederlijk intuïtie of 'zinvol toeval'?
Voorbeeld 3
Een bijzonder voorval van 'zinvol toeval':
'Ik besloot op de afscheidsbijeenkomst van mijn vriendin die stervende was, dat ik graag een week op een 'retreat' wilde met een coachings-echtpaar dat mijn vriendin ook kende en die beiden ook bij de bijeenkomst waren. Toen ik een mail gestuurd had dat ik graag mee zou gaan, stond ik onder de douche na te denken hoe mooi het zou zijn als de zus van mijn vriendin ook mee zou gaan naar de retreat. Dat zij dan met mij mee zou kunnen rijden en dat we dan over haar zus zouden kunnen praten. Die avond ontving ik een mailtje van de coaches waarin zij mij vroegen of ik er bezwaar tegen had als de zus van mijn vriendin ook meeging! Het is precies gegaan zoals ik had bedacht: Zij reed met mij mee en we hebben heerlijk veel over mijn vriendin/haar zus gesproken en dat was heel erg fijn!'
Een lezeres schrijft: "Ik had vorige week een interessante ervaring met synchroniciteit. Ik bridge met een zeer goede vriendin, waarmee ik een diepe band heb. We spelen meer dan 1 x per week bridge met elkaar, waarbij heel wat wordt afgekletst. Van flauwekul tot en met de diepste zieleroerselen.
Vorige week droomde ik, dat mijn vriendin haar hele huiskamer had omgegooid; ze had de vleugel uit de zijkamer gehaald en daardoor een hele andere indeling van de woonkamer en-suite moeten maken. Ik was in mijn droom ontzet over het resultaat; ik vond het kortweg afschuwelijk! De volgende ochtend vertelde ik mijn man over deze droom. Later die dag ging ik bij mijn vriendin op bezoek en ik vertelde haar over mijn droom. Daarop antwoordde ze, dat ze inderdaad een poging had gedaan om de hele kamer om te gooien om tot een nieuwe indeling te komen, maar dat ze het maar bij die poging had gelaten, want in de nieuwe situatie viel niet te leven! Binnen een paar uur kregen mijn man en ik de bevestiging van synchroniciteit!"
Synchronicity is the experience of two or more events that are casually unrelated. The events should be unlikely to occur together by chance. The concept does not question, or compete with, the notion of casualty. Instead, it maintains that just as events may be grouped by cause, they may also be grouped by their meaning. Since meaning is a complex mental construction, subject to conscious and subconscious influence, not every correlation in the grouping of events by meaning needs to have an explanation in terms of cause and effect."
'Toeval is iets wat je toevalt!. Iets waar je nooit om vraagt! Het kan positief of negatief uitvallen'.
Een lezeres haalt intuïtie aan: "Het fenomeen intuïtie hangt volgens mij nauw samen met 'zinvol toeval'. De aloude wijsheid van ergens eerst 'een nachtje over slapen' verwijst naar je intuïtie. Intuïtie is voor mij een bron van wijsheid, rijkdom en innerlijke rust. Een bron die voor iedereen voor het grijpen ligt, maar die je ook kan ontglippen! Ik vermoed dat er, behalve ieders persoonlijke bron van wijsheid, er ook nog een collectieve bron moet zijn waaruit het onbewuste kan putten. Een reservoir van menselijke ervaringen en handelingen die min of meer tijdloos zijn. En eigenlijk is die hype rondom The Secret van 1 of 2 jaar geleden ook te herleiden tot Ruud Heijblom's definitie van synchroniciteit:
De verbinding tussen een innerlijke gedachte (intentie) en een uiterlijke manifestatie".
Een lezer schrijft: 'Oorzaak en gevolg geeft veel zekerheid, het is rationeel en goed verklaarbaar. Volgens mij zijn we altijd op zoek naar zekerheid en bevestiging. Maar is het niet zo dat we altijd bezig zijn om gebeurtenissen en beelden te "matchen" met iets dat we al kennen? Is het ook niet zo dat we een gekleurde bril op hebben en dus alleen maar zien wat we willen zien (en kunnen bevatten)?'
Interessant is ook de volgende reactie ... 'Tijdens het ontstaan van Achmea, de fusiegolf tussen 1994 en 1998, was de toenmalige bestuursvoorzitter ook aanhanger van 'toeval bestaat niet' en 'alles is creatie’: iedereen creëert zijn eigen werkelijkheid (Kant). Directieleden en high potentials (waar ik toen tot behoorde) werd deze filosofie aangeboden in een leergang van zes maanden. Naast Jung heb ik daar ook Sheldrake ontdekt; een natuurkundige die zich verwonderde over de onoplosbare vraagstukken in de biologie en daarbij quantum fysica en filosofie met elkaar verbond. De hypothese die hij beschrijft heet 'vormende oorzakelijkheid' *****en gaat er vanuit dat het universum wordt geleid door eigen diepere wetten. Interessant om te lezen, mede in het licht van het Darwin-jaar en de creationisten-discussie. Boeiend uiteengezet en biedt ook weer aanknopingspunten voor psychologische en parapsychologische zaken die mensen (soms) bezig houden.'
Literatuur: Rupert Sheldrake, Een nieuwe levenswetenschap, 1983
De volgende reactie sluit hierbij prachtig aan. Onder de kop ' Hoezo toeval ... je roept het zelf op' schrijft een lezer: 'Mooi dat we leven in één groot krachtenveld, letterlijk en figuurlijk. Waarin bepaalde soorten atomen synchroon aan elkaar lopen, dezelfde bewegingen spiegelen, hoe ver ze ook van elkaar verwijderd zijn. De energie die je voelt, is niks anders dan de reactie van de atomen die een trilling aanpassen of juist synchroon laten lopen aan andere (bundels) atomen. Hoe kan het dat de hond zijn baas 'voelt' aankomen? Hoe kan het dat het wiel, maar ook de boekdrukkunst, op ongeveer vergelijkbare momenten, maar op volstrekt verschillende plaatsen werden uitgevonden? We leven in één groot veld van mogelijkheden, waarin we elkaar eindeloos beïnvloeden. Waarin de één de signalen oppikt en de ander ze laat 'liggen'. Hetzelfde gevoeligheidsniveau, maar andere verwerking.
In feite zijn harmonie en daarmee synchroniciteit de basismomenten (denk aan trillings momentum) van de oorsprong. Een harmonie die elke keer weer zichzelf probeert te herstellen. Ik heb voor 'Het Vitaliteit Boek’ vele mooie voorbeelden mogen waarnemen van zowel harmonie als synchroniciteit. Ook voor 'Samen Genezen', waarvoor ik het eerste congres mocht organiseren met Sheldrake en McTaggart werden raadsels realiteit.
Bij de voorbereiding voor het Stralingscongres mocht ik weer ervaren dat Popp, Emoto, Bohr etc. vanuit verschillende disciplines hetzelfde aantonen: het fundamentele moment van harmonie.
De volgende reactie sluit hierbij prachtig aan. Onder de kop ' Hoezo toeval ... je roept het zelf op' schrijft een lezer: 'Mooi dat we leven in één groot krachtenveld, letterlijk en figuurlijk. Waarin bepaalde soorten atomen synchroon aan elkaar lopen, dezelfde bewegingen spiegelen, hoe ver ze ook van elkaar verwijderd zijn. De energie die je voelt, is niks anders dan de reactie van de atomen die een trilling aanpassen of juist synchroon laten lopen aan andere (bundels) atomen. Hoe kan het dat de hond zijn baas 'voelt' aankomen? Hoe kan het dat het wiel, maar ook de boekdrukkunst, op ongeveer vergelijkbare momenten, maar op volstrekt verschillende plaatsen werden uitgevonden? We leven in één groot veld van mogelijkheden, waarin we elkaar eindeloos beïnvloeden. Waarin de één de signalen oppikt en de ander ze laat 'liggen'. Hetzelfde gevoeligheidsniveau, maar andere verwerking.
In feite zijn harmonie en daarmee synchroniciteit de basismomenten (denk aan trillings momentum) van de oorsprong. Een harmonie die elke keer weer zichzelf probeert te herstellen. Ik heb voor 'Het Vitaliteit Boek’ vele mooie voorbeelden mogen waarnemen van zowel harmonie als synchroniciteit. Ook voor 'Samen Genezen', waarvoor ik het eerste congres mocht organiseren met Sheldrake en McTaggart werden raadsels realiteit.
Bij de voorbereiding voor het Stralingscongres mocht ik weer ervaren dat Popp, Emoto, Bohr etc. vanuit verschillende disciplines hetzelfde aantonen: het fundamentele moment van harmonie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter