maandag 17 januari 2022

De vogel en de stok


Er was eens een vogel die jarenlang zijn dagen doorbracht in een donkere kille ruimte. Elke dag werd er vele malen met een stok in zijn lijf geprikt en de vogel leerde zichzelf een manier aan waarop hij zich kon beschermen. Als hij de man met de stok voelde aankomen sloeg hij zijn vleugels beschermend om zich heen.

De vogel dacht:

Daar dienen vleugels natuurlijk voor, 
om jezelf te beschermen.

De vogel had nog nooit gevlogen, had zelfs de wereld buiten deze donkere kille ruimte nog nooit gezien. Wist niet dat zijn vleugels hem konden laten zweven boven alles en iedereen en dat, als hij zijn vleugels zou gebruiken, ontsnappen uit de ruimte tot één van zijn mogelijkheden behoorde.

Vele jaren leefde de vogel onder deze omstandigheden. Zijn vleugels zagen er, na al die jaren van mishandeling, verloren en verslagen uit. Op een dag kwam de man met de stok niet meer. De vogel wachtte de hele dag in spanning af, overtuigd als hij was dat de man zeker nog wel komen zou. Dagen werden weken, weken werden maanden. Bij elk geluid dat hij hoorde sloeg hij zijn vleugels beschermend om zich heen. Zijn eten kreeg hij van een andere hand, maar ook deze hand durfde hij niet te vertrouwen, ervan overtuigd dat geen enkele hand te vertrouwen was. De man met de stok had immers ook zo'n hand gehad. De vogel was zich er niet van bewust dat de tijd zijn vleugels prachtig mooi had hersteld en zijn veren blonken als nooit tevoren.

Op een dag maakte een hand een luik open, waardoor een felle lichtstraal de ruimte binnendrong. De vogel schrok intens, zijn ogen gilden het uit van pijn. De straal leek als een stok te prikken in zijn ogen en de vogel sloeg snel zijn beschermende vleugels om zich heen.

Zie je wel, dacht de vogel. Deze hand is ook niet te vertrouwen. Deze hand prikt niet met een stok in mijn lijf, maar heeft een straal die hij in mijn ogen laat prikken.

Als de vogel de hand van de straal voelde aankomen sloeg hij zijn vleugels alvast beschermend om zich heen. De hand van de straal kwam elke dag terug om het luik te openen en langzaam maar zeker raakte de ogen van de vogel gewend aan het licht. Vanonder zijn vleugels keek hij voorzichtig om zich heen. Hij begon dingen te onderscheiden en op een dag zag hij door het raam tegen een hemelsblauwe lucht een vogel zweven op de golven van de wind. De vogel keek vol verwondering en was jaloers op dit dier dat zichzelf boven alles uit kon laten stijgen. Dit dier maakte een ongekende nieuwsgierigheid in hem los en de vogel begon in stilte te verlangen naar de hand van de straal, zodat hij dit dier dat kon zweven bewonderen kon.

Op een dag probeerde een hand de vogel aan te raken. De vogel schrok enorm van deze hand en begon wild met zijn vleugels te klapperen. De vogel had nog nooit eerder met zijn vleugels geklapperd en was erg verbaasd over zijn eigen kracht. Met zijn vleugels had hij de hand verjaagd.

Daar zijn mijn vleugels dus ook voor gemaakt, 
om handen weg te jagen.

dacht de vogel.

De hand kwam elke dag terug om hem aan te raken en de vogel begon al te klapperen met zijn vleugels als hij de hand van de aanraking voelde aankomen. De vogel wist niet dat de hand op deze manier zijn vleugels probeerde aan te sterken, zodat ze op een dag krachtig genoeg zouden zijn hem te dragen.

Op zekere dag kwam de hand van de aanraking en pakte de vogel vast. De vogel kon niet meer klapperen met zijn vleugels, want zijn vleugels waren gevangen genomen door twee handen. De vogel was totaal in paniek, zijn hart bonkte luid en snel en hij was ervan overtuigd dat zijn laatste uur was geslagen. Al die tijd hadden zijn vleugels hem beschermd, tegen de hand met de stok, tegen de hand van de straal en tegen de hand van de aanraking. Nu bezat hij niets meer. Niets meer om zich mee te beschermen. De vogel bewoog zich niet, zijn angst verlamde hem, en hij zag geen andere keus dan zich over te geven aan zijn lot.

De handen brachten de vogel naar het raam dat open stond. Even later voelde de vogel dat de handen hem loslieten en een moment later suisde de wind langs hem heen. Uit angst begon de vogel met zijn vleugels te klapperen in een poging de wind te verjagen. Zijn slagen waren krachtig en het volgende moment zweefde de vogel ... op de machtige golven van de wind. Hij opende zijn ogen en zag de hemelsblauwe lucht en de wereld die onder hem lag.

De vogel voelde zich vrij. Het was een welhaast hemelse vrijheid. Hij voelde zich vrij van angst, vrij van alle banden die hij had verkregen bij zijn geboorte. Hij besefte dat hij in staat was boven alles uit te stijgen en dat niet elke hand een hand der pijn was. Hij besefte eveneens dat hij al zijn ervaringen nodig had gehad om zijn vrijheid op deze manier te kunnen ervaren.

Vanaf dat moment was de vogel niet zomaar een vogel meer. Het was een wijze vogel geworden. Een vogel wiens innerlijke kennis en wijsheid was doorvoeld en doorleefd.

5 opmerkingen:

  1. Mooi beschreven hoe dieren in gevangenschap dingen kunnen ervaren. Ik zou het me zo voor kunnen stellen.

    Love as always
    dimario

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Best een leuk verhaal en de moraal is vast dat je sterker bent dan je denkt ;)
    Groetjes

    BeantwoordenVerwijderen
  3. je kan wel mooie verhalen posten, altijd met een moraal en dat is fijn...
    .Een @->- voor jou.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Een erg triest verhaal in het begin. Ik trek me het lot van dieren nogal aan. Fijn dat de man met de stok waarschijnlijk kwam te overlijden en de vogel uiteindelijk vrij kwam.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik vind het een prachtig einde. Ik zou graag zoals die vogel worden.

    BeantwoordenVerwijderen

Laat een reactie achter